BiodiversiteitBegrippenlijst

Benthos:
Het benthos bestaat uit organismen die op, in of juist boven de zeebodem leven. Het benthos bestaat zowel uit dieren (zoöbenthos) als uit planten (fytobenthos).

Als ze in de bodem leven, spreken we van ‘endobenthos’, leven ze op de bodem, spreken we van ‘epibenthos’. De groep die in de waterkolom juist boven de bodem leeft, noemen we ‘hyperbenthos’. Naast een indeling volgens ‘plaats’, kan je ook een indeling maken op grootte. Dieren groter dan 1 mm noemt men ‘macrobenthos’, deze kleiner dan 38 µm noemt men ‘microbenthos’. Alles wat zich daartussen bevindt, noemt men ‘meiobenthos’.

Biodiversiteit:
Biodiversiteit verwijst naar de grote soortenrijkdom op onze aarde. Zo kun je naar de verscheidenheid aan soorten kijken, maar ook naar de verscheidenheid aan leefgebieden. Hoe meer soorten of hoe groter de variatie in leefgebieden, des te groter is de biodiversiteit.

Fytoplankton:
Het fytoplankton bestaat uit een grote verscheidenheid van microscopisch kleine wiertjes. Ze vormen de basis van het mariene voedselweb. Met de hulp van zonlicht kunnen ze zuurstof produceren.

Intertidaal:
Dit is de strandzone tussen de hoog- en de laagwaterlijn. Bij laag water kun je deze zone goed herkennen omdat het zand daar nat en donker is.

Lanice:
De latijnse naam van de schelpkokerworm is Lanice conchilega.

Plankton:
Het plankton is een verzamelnaam van alle dieren en planten die passief in de waterkolom meedrijven (respectievelijk zoö- en fytoplankton). Sommige blijven heel hun leven lang deel uitmaken van het plankton. Andere, waaronder nogal wat grotere organismen, brengen maar een deel van hun leven (als eitje of larve) in de planktonische fase door.

Zoöplankton:
Het zoöplankton voedt zich met fytoplankton. Er is een verdeling mogelijk in enerzijds holoplankton (diertjes die hun hele leven in de waterkolom doorbrengen) en anderzijds meroplankton (diertjes die slechts een deel van hun leven in de waterkolom doorbrengen).